confluent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  confluent    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔɱflyˈwɛnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·flu·ent
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen confluent
verbogen confluente
partitief confluents

Bijvoeglijk naamwoord

confluent

  1. op één punt samenkomend
Synoniemen
Verwante begrippen
  • confluentie
Vertalingen

Gangbaarheid

51 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.