confronteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: confronteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- conĀ·fronĀ·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
confronteren |
confronteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van confronteren
- Ik confronteer.
- gebiedende wijs van confronteren
- Confronteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van confronteren
- Confronteer je?
Gangbaarheid
- Het woord confronteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.