confronteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  confronteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·fron·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
confronteren

confronteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van confronteren
    • Ik confronteerde. 
    • Jij confronteerde. 
    • Hij, zij, het confronteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord confronteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.