conjugate

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Bekend sinds ca. 1520; van Latijn coniugatus.[1]
vervoeging
onbepaalde wijs to  conjugate 
he/she/it  conjugates 
verleden tijd  conjugated 
voltooid
deelwoord
 conjugated 
onvoltooid
deelwoord
 conjugating 
gebiedende wijs  conjugate 

Werkwoord

conjugate

  1. overgankelijk (taalkunde) vervoegen
    «The verb has been conjugated in the third person.»
    Het werkwoord is in de derde persoon vervoegd.
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. conjugate, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.