conjugeerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  conjugeerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ju·geer·den

Werkwoord

vervoeging van
conjugeren

conjugeerden

  1. meervoud verleden tijd van conjugeren
    • Wij conjugeerden. 
    • Jullie conjugeerden. 
    • Zij conjugeerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord conjugeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.