conjugeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  conjugeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ju·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conjugeren
conjugeerde
geconjugeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

conjugeren

  1. (taalkunde) de vervoegde vormen van een werkwoord vormen
    • Hoe conjugeer je het werkwoord "être" ook al weer?. 
  2. (logica) uit twee ware uitspraken een derde vormen

Gangbaarheid

  • Het woord conjugeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.