conjuguer
Frans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
conjuguer |
conjuguais |
conjugué |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
conjuguer
- overgankelijk, (taalkunde) conjugeren, vervoegen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.