conjunctureel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  conjunctureel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·junc·tu·reel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen conjunctureelconjuncturelerconjunctureelst
verbogen conjunctureleconjuncturelereconjunctureelste
partitief conjunctureelsconjuncturelers-

Bijvoeglijk naamwoord

conjunctureel [1]

  1. de conjunctuur betreffend

Gangbaarheid

  • Het woord conjunctureel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.