constructief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  constructief    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɔnstrʏkˈtif/
Woordafbreking
  • con·struc·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen constructiefconstructieverconstructiefst
verbogen constructieveconstructievereconstructiefste
partitief constructiefsconstructievers-

Bijvoeglijk naamwoord

constructief

  1. opbouwend, vormend, positief
    • Dat is een constructieve bijdrage. 
  2. betrekking hebbend op een constructie
    • Hij kan goed constructief tekenen. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord constructief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.