contacten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  contacten    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔnˈtɑktə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·tac·ten

Zelfstandig naamwoord

decontactenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord contact
     Recht voor haar zat een hoopje ellende. Een vrouw zonder vrienden of sociale contacten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord contacten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
contactar

contacten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van contactar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van contactar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.