contrarieerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contrarieerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tra·ri·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contrariëren |
contrarieerde
- enkelvoud verleden tijd van contrariëren
- Ik contrarieerde.
- Jij contrarieerde.
- Hij, zij, het contrarieerde.
- Ik contrarieerde.
Gangbaarheid
- Het woord contrarieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.