convenir

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  convenir    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔ̃v.niʁ/
Woordafbreking
  • con·ve·nir
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Latijn convenire.

Werkwoord

convenir

  1. geschikt, passend zijn
  2. schikken, uitkomen
  3. overeenkomen, overeenstemming bereiken
  4. het eens worden over

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /konbeˈniɾ/
Woordafbreking
  • con·ve·nir
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Latijn convenire.

Werkwoord

convenir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
convenir
convenía
convenido
volledig
  1. onovergankelijk afspreken
  2. overeenkomen
  3. toegeven
  4. overgankelijk schikken, uitkomen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.