convenir
Frans
Uitspraak
- Geluid: convenir (hulp, bestand)
- IPA: /kɔ̃v.niʁ/
Woordafbreking
- con·ve·nir
Woordherkomst en -opbouw
- Uit Latijn convenire.
Werkwoord
convenir
- geschikt, passend zijn
- schikken, uitkomen
- overeenkomen, overeenstemming bereiken
- het eens worden over
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /konbeˈniɾ/
Woordafbreking
- con·ve·nir
Woordherkomst en -opbouw
- Uit Latijn convenire.
Werkwoord
convenir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
convenir |
convenía |
convenido |
volledig |
- onovergankelijk afspreken
- overeenkomen
- toegeven
- overgankelijk schikken, uitkomen
Synoniemen
- [1] acordar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.