acordar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /a.kor.ˈdar/
Woordafbreking
  • a·cor·dar

Werkwoord

acordar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acordar
acordaba
acordado
volledig
  1. onovergankelijk (~ con) overeenkomen met, overeenstemmen met, passen bij
  2. overgankelijk overeenkomen, het eens worden
  3. besluiten, beslissen
  4. stemmen (muziek)
  5. harmoniseren, doen overeenstemmen
  6. herinneren aan
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.