coronaproof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coronaproof    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·ro·na·proof
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen coronaproofcoronaproofercoronaproofst
verbogen coronaproofecoronaprooferecoronaproofste
partitief coronaproofscoronaproofers-

Bijvoeglijk naamwoord

coronaproof

  1. (medisch) veilig om niet besmet te raken met het coronavirus
    • De desinfecterende handgel bleek niet coronaproof te zijn. 

Gangbaarheid

  • Het woord coronaproof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.