coronaracers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coronaracers    (hulp, bestand)
  • IPA: /koˈronaˌresərs/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • co·ro·na·ra·cers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

decoronaracersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord coronaracer
     Volgens Tertoolen geven de lege wegen automobilisten een veiliger gevoel en is het daardoor voor hen aantrekkelijk om harder te rijden. ,,Coronaracers worden ze al genoemd. We verleggen onze grenzen, omdat we denken dat het veilig is.”[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'coronaracers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Rachel van Kommer
    “Automobilisten trappen gaspedaal in door mooi weer en lege wegen: ‘coronaracers’ massaal op de bon” (22 april 2020) op ad.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.