correspondeerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  correspondeerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cor·res·pon·deer·den

Werkwoord

vervoeging van
corresponderen

correspondeerden

  1. meervoud verleden tijd van corresponderen
    • Wij correspondeerden. 
    • Jullie correspondeerden. 
    • Zij correspondeerden. 
     Maar hoewel ze zich door al die mooie woorden nog in een soort van trance bevond, bemerkte Chantals onderbewustzijn dat de gezichtsuitdrukking en de oogopslag van Dorien niet met elkaar correspondeerden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord correspondeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.