counselen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  counselen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑunsələ(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • coun·se·len
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

counselen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
counselen
counselde
gecounseld
zwak -d volledig
  1. op een professionele manier iemand in een gesprek advies geven
    • Als taalbeheersers dan al aandacht aan mondelinge vaardigheid zouden moeten besteden, dan dienden ze zich uitsluitend te richten op de (retorische) monoloog. De op zichzelf, vanuit praktisch oogpunt, wel zinnige studie van formele professionele gespreksvoering - zoals interviewen en counselen - wilde aanvankelijk met name ‘Utrecht’ aan sociaal-psychologen overlaten, die hiervoor ook al een interactie-analytisch descriptiesysteem hadden ontwikkeld (zie Bax en Berenst 1993 voor een overzicht van de verschillende benaderingen in de gespreksanalyse die hier intussen terloops genoemd zijn). [1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord counselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Antoine Braet (1994)– [tijdschrift] Forum der Letteren Een kwart eeuw Nederlandse taalbeheersing
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.