crossmediaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crossmediaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cross·me·di·aal
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen crossmediaalcrossmedialercrossmediaalst
verbogen crossmedialecrossmedialerecrossmediaalste
partitief crossmediaalscrossmedialers-

Bijvoeglijk naamwoord

crossmediaal

  1. met gebruikmaking van verschillende communicatiemedia
     In de mededeling aan de redactie schrijft Laroes hoofdredacteur te zijn geweest in een bijzonder uitdagende periode. "Het was de tijd waarin de wereld van de kijker veel meer centraal kwam te staan, waarin de gehele redactie crossmediaal ging werken en waarin het contact en interactie met het publiek via de 'social media' een definitieve plek kreeg in het journalistieke handelen van de NOS."[1]
     Broertjes blijft bijzonder lector crossmediaal uitgeven aan de Hogeschool van Utrecht en voorzitter van de World Press Photo.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord crossmediaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Laroes stopt als hoofdredacteur NOS” (Dinsdag 25 januari 2011, 13:15), NOS
  2. Weblink bron “Hoofdredacteur Broertjes verlaat Volkskrant” (Maandag 10 mei 2010, 16:01), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.