dépassas
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dépasser |
dépassas
- tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van dépasser
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.