dachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dachten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɑxtə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /dɑχtə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dɑxtə(n)/
Woordafbreking
  • dach·ten

Werkwoord

vervoeging van
denken

dachten

  1. meervoud verleden tijd van denken
    • Wij dachten. 
    • Jullie dachten. 
    • Zij dachten. 
     Het gaat precies zoals we dachten dat het zou gaan.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord dachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.