dagcursussen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagcursussen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɑxkʏrsʏsə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dag·cur·sus·sen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dedagcursussenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dagcursus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.