dagdroomde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagdroomde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·droom·de

Werkwoord

vervoeging van
dagdromen

dagdroomde

  1. enkelvoud verleden tijd van dagdromen
    • Ik dagdroomde. 
    • Jij dagdroomde. 
    • Hij, zij, het dagdroomde. 
     Naast haar stond een bijpassende handtas waarover iedere modebewuste vrouw dagdroomde.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord dagdroomde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.