dart

Uitspraak

• Geluid:  dart    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dart

Werkwoord

dart

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van darren
   

   • Jij dart. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van darren
   

   • Hij dart. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van darren
   

   • Dart! 

dart

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van darten
2. gebiedende wijs van darten

Gangbaarheid

• Het woord dart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dart" herkend door:

Verwijzingen