debatteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  debatteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·bat·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘discussiëren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
debatteren
debatteerde
gedebatteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

debatteren

  1. inergatief elkaars standpunten met argumenten bestrijden
    • Er werd heftig gedebatteerd over de situatie in Libië. 

Gangbaarheid

  • Het woord debatteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.