debiteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  debiteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·bi·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
debiteren

debiteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van debiteren
    • Ik debiteerde. 
    • Jij debiteerde. 
    • Hij, zij, het debiteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord debiteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.