debiteurs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  debiteurs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·bi·teurs

Zelfstandig naamwoord

dedebiteursmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord debiteur
     Haar vader had financiële problemen, Louise noch hij wist er de details van, maar ze hadden begrepen dat het om een paar minder geslaagde zaken ging, misschien zelfs van die zaken die zo nu en dan voorkomen in oorlogstijd, die zaken waarbij je het risico liep het slachtoffer te worden van minder gewetensvolle debiteurs.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord debiteurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.