decapiteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decapiteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·ca·pi·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decapiteren |
decapiteerde
- enkelvoud verleden tijd van decapiteren
- Ik decapiteerde.
- Jij decapiteerde.
- Hij, zij, het decapiteerde.
- Ik decapiteerde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.