decapiteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decapiteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·ca·pi·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
decapiteren
decapiteerde
gedecapiteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

decapiteren

  1. overgankelijk onthoofden
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: onthoofden   

Gangbaarheid

  • Het woord 'decapiteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.