decapiteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decapiteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·ca·pi·teert

Werkwoord

vervoeging van
decapiteren

decapiteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren
    • Jij decapiteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren
    • Hij decapiteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van decapiteren
    • Decapiteert! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.