decoupeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decoupeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·cou·peer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decouperen |
decoupeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decouperen
- Ik decoupeer.
- gebiedende wijs van decouperen
- Decoupeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decouperen
- Decoupeer je?
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord decoupeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.