decrecer

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • de·cre·cer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
decrecer
decrecía
decrecido
volledig

Werkwoord

decrecer

  1. onovergankelijk verminderen, afnemen, achteruitgaan
  2. dalen, minder worden
  3. zakken (van waterpeil)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.