verminderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verminderen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈmɪndərə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·min·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verminderen
verminderde
verminderd
zwak -d volledig

Werkwoord

verminderen

  1. ergatief afnemen in aantal, kleiner worden
  2. overgankelijk doen afnemen in aantal, kleiner maken
     "Het verminderen van de grote inkomensverschillen tussen landen is een van de grootste uitdagingen van onze tijd", zegt Jakob Svensson, voorzitter van het Nobelcomité voor Economie. "De prijswinnaars hebben laten zien hoe belangrijk maatschappelijke instituties zijn om dit te bereiken."[2]
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

  • Het woord verminderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. www.nu.nl
  2. Weblink bron “Nobelprijs Economie voor onderzoek naar verschillen in welvaart tussen landen” (14-10-2024), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.