deden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdedə(n)/
Woordafbreking
  • de·den

Werkwoord

vervoeging van
doen

deden

  1. meervoud verleden tijd van doen
    • Wij deden. 
    • Jullie deden. 
    • Zij deden. 

Gangbaarheid

  • Het woord deden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.