dein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dein    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dein

Werkwoord

vervoeging van
deinen

dein

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deinen
    • Ik dein. 
  2. gebiedende wijs van deinen
    • Dein! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deinen
    • Dein je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Duits

Woordherkomst en -opbouw
Uitspraak
  • IPA: /daɪn/

Bezittelijk voornaamwoord

dein

  1. jouw (nominatief mannelijk, nominatief onzijdig en accusatief onzijdig)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.