deprecieer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deprecieer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·pre·ci·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
depreciëren |
deprecieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depreciëren
- Ik deprecieer.
- gebiedende wijs van depreciëren
- Deprecieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van depreciëren
- Deprecieer je?
Gangbaarheid
- Het woord deprecieer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.