depress

Engels

Uitspraak
  • IPA: /dəˈprɛs/
vervoeging
onbepaalde wijs to  depress 
he/she/it  depresss 
verleden tijd  depressed 
voltooid
deelwoord
 depressed 
onvoltooid
deelwoord
 depressing 
gebiedende wijs  depress 

Werkwoord

depress

  1. deprimeren, ontmoedigen
    «The bad news did not depress overly.»
    Het slechte nieuws ontmoedigde hem niet bovenmate.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.