deputeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deputeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·pu·teer

Werkwoord

vervoeging van
deputeren

deputeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deputeren
    • Ik deputeer. 
  2. gebiedende wijs van deputeren
    • Deputeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deputeren
    • Deputeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord deputeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.