derlui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  derlui    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • der·lui
Woordherkomst en -opbouw

Bezittelijk voornaamwoord

derlui

  1. hun
    • Er zijn lui [...] die alles, wat ze in derlui leven uitgevoerd hebben, goed willen maken, door derlui geld aan de kerk te laten ....[1] 
Opmerkingen
  • Het woord is enigszins platvloers, volks en neerbuigend.

Gangbaarheid

  • Het woord 'derlui' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. blz 123/4 De 29ste
    H.G. Roodhuyzen
    Uitgeverij Brill, 1888.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.