desambigueer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  desambigueer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • des·am·bi·gu·eer

Werkwoord

vervoeging van
desambigueren

desambigueer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desambigueren
    • Ik desambigueer. 
  2. gebiedende wijs van desambigueren
    • Desambigueer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desambigueren
    • Desambigueer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord desambigueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.