destrueren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  destrueren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·stru·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse 'destruere' (vernielen) of 'struere' (construeren) met het voorvoegsel de-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
destrueren
destrueerde
gedestrueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

destrueren

  1. vernietigen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord destrueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.