destructie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  destructie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • des·truc·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vernietiging’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Naamwoord van handeling van destrueren met het achtervoegsel -tie
  • afgeleid van het Franse destruction of daarvoor van het Latijnse 'dēstrūctiō'
enkelvoud meervoud
naamwoord destructie destructies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedestructiev

  1. vernietiging
  2. (scheikunde) volledige ontleding van chemische verbindingen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord destructie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.