diamanten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diamanten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdijaˈmɑntə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • di·a·man·ten
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

diamanten

  1. uit diamanten samengesteld

Zelfstandig naamwoord

dediamantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diamant

Gangbaarheid

  • Het woord diamanten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.