diekend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diekend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdikənt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • die·kend
Woordherkomst en -opbouw
  •  dieken ww  met de uitgang -d

Werkwoord

vervoeging van: dieken
verbogen vorm: diekende

diekend

  1. onvoltooid deelwoord van dieken
    • Ik heb met hem gesproken op de telefoon, maar heb hem niets gezegd over het lezen van de chats die hy [sic!] heeft gevoerd... Ik kan hem toch niet zeggen dat ik zo "diekend" ben geweest. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord diekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.