diep uit

Uitspraak

• Geluid:  diep uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• diep uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit diep (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

diep uit

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen
   

   • Ik diep uit. 

2. gebiedende wijs van uitdiepen
   

   • Diep uit! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdiepen
   

   • Diep je uit? 

Gangbaarheid

• Het woord diep uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.