diffameer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diffameer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dif·fa·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
diffameren |
diffameer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diffameren
- Ik diffameer.
- gebiedende wijs van diffameren
- Diffameer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diffameren
- Diffameer je?
Gangbaarheid
- Het woord diffameer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.