dijkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dijkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dijk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dijken |
dijkte
- enkelvoud verleden tijd van dijken
- Ik dijkte.
- Jij dijkte.
- Hij, zij, het dijkte.
- Ik dijkte.
Gangbaarheid
- Het woord dijkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.