dipt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dipt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dipt

Werkwoord

vervoeging van
dippen

dipt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dippen
    • Jij dipt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dippen
    • Hij dipt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dippen
    • Dipt! 

Gangbaarheid

  • Het woord dipt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.