dirigeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dirigeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·ri·geer

Werkwoord

vervoeging van
dirigeren

dirigeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dirigeren
    • Ik dirigeer. 
  2. gebiedende wijs van dirigeren
    • Dirigeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dirigeren
    • Dirigeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dirigeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.