dissocieer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dissocieer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dis·so·ci·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dissociëren |
dissocieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissociëren
- Ik dissocieer.
- gebiedende wijs van dissociëren
- Dissocieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissociëren
- Dissocieer je?
Gangbaarheid
- Het woord dissocieer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.