dissociëren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dissociëren    (hulp, bestand)
  • IPA: /dɪso'ʃerən/ (4 lettergrepen), /dɪso'ʃerə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dis·so·cië·ren, dis·so·ci·eren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse dissocier (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dissociëren
dissocieerde
gedissocieerd
zwak -d volledig

Werkwoord

dissociëren

  1. ergatief in kleinere delen uiteenvallen
    • Bij oplossing in water dissociëren zwakke zuren maar gedeeltelijk. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dissociëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.